Veranderingen op het werk of in de samenleving roepen vaak weerstand op. Een van de krachtigste vormen van weerstand is reactance: de neiging van mensen om zich te verzetten als hun gevoel van autonomie wordt bedreigd. In deze aflevering van Vraag & Verander: hoe buig je reactance om?

Wat is reactance?

Reactance ontstaat wanneer mensen het gevoel hebben dat hun vrijheid of autonomie wordt ingeperkt. Dit kan zich richten tegen de boodschapper, zoals we in de vorige aflevering van Vraag & Verander zagen: "Wie ben jij om mij te vertellen wat ik moet doen?" Daarnaast kan het zich richten tegen de verandering zelf: "Ik bepaal zelf wel of ik afval scheid!" Hoe meer iemand waarde hecht aan zijn of haar vrijheid, des te sterker de reactance kan zijn. Het is een gezonde, natuurlijke reactie: mensen willen graag zelf keuzes maken en niet het gevoel hebben dat hen iets wordt opgelegd.

Waarom is reactance zo hardnekkig?

Nemen we het voorbeeld van het scheiden van afval : stel dat je voortaan verplicht bent om dat te doen. Dit gevoel van dwang triggert reactance: “Ik bepaal zelf wel wat ik met mijn afval doe!” Hetzelfde gebeurt als je buurman – met wie je misschien al eerder botsingen hebt gehad – je vertelt dat je het ‘moet’ doen. De boodschap wordt dan niet alleen inhoudelijk, maar ook persoonlijk afgewezen.

Reactance is dus niet alleen weerstand tegen de inhoud van een verandering, maar vooral tegen het gevoel van verlies van controle. Dit verklaart waarom extra uitleg, motiverende speeches of regels vaak averechts werken: ze vergroten het gevoel van dwang en dus de weerstand. Gelukkig zijn er bewezen technieken om reactance te verminderen en mensen juist mee te krijgen in verandering. De volgende drie krachtige strategieën kunnen daarbij helpen.

Strategie 1: Keuzevrijheid benadrukken

De kern van reactance is het gevoel van verlies van autonomie. Door mensen expliciet keuzevrijheid te geven, haal je de angel uit de weerstand. Dit kan heel simpel: “Ik zou het fijn vinden als je deze week wilt stofzuigen, maar voel je niet verplicht.” Of: “Je kunt kiezen of je met boontjes of broccoli wilt beginnen.” Door opties te bieden, voelen mensen zich gerespecteerd in hun autonomie en zijn ze eerder geneigd het gewenste gedrag te vertonen.

Deze techniek werkt zelfs als de keuzemogelijkheden beperkt zijn; zolang het gevoel van keuze maar wordt benadrukt. Zelfs een kleine toevoeging als “Maar de beslissing is natuurlijk aan jou” kan de kans op instemming verdubbelen. Let wel: deze aanpak werkt het beste als er daadwerkelijk sprake is van een (dreigende) inperking van vrijheid. Anders kan het juist argwaan oproepen.

Strategie 2: Co-creatie – samen werken aan de oplossing

Een andere effectieve manier om reactance te verminderen is door mensen actief te betrekken bij de verandering. Dit wordt co-creatie genoemd: de doelgroep denkt en beslist mee over de oplossing. Door samen te werken aan het nieuwe beleid of de nieuwe werkwijze, ontstaat een gevoel van eigenaarschap en autonomie. Mensen voelen zich gehoord en serieus genomen, waardoor het gevoel van iets ‘opgelegd krijgen’ verdwijnt.

Praktisch voorbeeld: bij het ontwikkelen van een nieuw bestemmingsplan worden bewoners uitgenodigd om mee te denken over parkeerbeleid en openbare ruimte. Zelfs als niet alle wensen kunnen worden ingewilligd, zorgt dit meedenken en transparantie over het proces ervoor dat mensen zich minder snel buitengesloten voelen en dus minder weerstand ervaren.

Strategie 3: Zelfovertuiging – laat mensen zichzelf overtuigen

In plaats van mensen te vertellen waarom een verandering goed is, kun je ze beter zelf laten bedenken waarom het belangrijk is. Vraag bijvoorbeeld: “Waarom zou het voor jou goed zijn om afval te scheiden?” Onderzoek laat zien dat als mensen zelf redenen bedenken voor gewenst gedrag, ze veel sneller overtuigd raken – en de weerstand tegen beïnvloeding verdwijnt bijna volledig.

Deze techniek werkt omdat mensen hun eigen argumenten het meest overtuigend vinden. Bovendien voelt het niet als een externe beïnvloedingspoging, waardoor het gevoel van autonomie behouden blijft. Let op: vraag mensen niet om te veel argumenten te bedenken; twee of drie redenen is vaak genoeg voor het gewenste effect.

Toepassing in de praktijk

Weerstand tegen verandering – en vooral reactance – is een normale, gezonde reactie. Door het gevoel van autonomie te respecteren en mensen keuzevrijheid, inspraak en ruimte voor zelfovertuiging te geven, kun je deze weerstand ombuigen naar betrokkenheid en motivatie. Verandering wordt dan niet langer iets wat mensen overkomt, maar iets waar ze zelf aan bijdragen.

Mogelijk triggert deze weerstand ook weerstand bij jezelf. Probeer, als je reactance opmerkt, rustig te blijven en neem even de tijd om na te denken over jouw reactie. Dit kun je doen met bijvoorbeeld één van deze vragen:

  • Mag ik hier later op terugkomen? Ik wil graag even goed nadenken over mijn reactie.
  • Ik merk dat dit onderwerp veel losmaakt. Zullen we hier een moment bij stilstaan en er straks op terugkomen?
  • Zullen we even een korte pauze nemen zodat iedereen zijn gedachten kan ordenen?

Zo geef je jezelf en de groep ruimte om te reflecteren. Dat helpt om de spanning te laten zakken en voorkomt dat de reactance escaleert.