We weten inmiddels dat nieuwe wetten, regels, procedures, handreikingen, handleidingen en systemen niet vanzelf tot nieuw gedrag leiden. Binnen de verbeteropgave rond informatiehuishouding en informatievoorziening ontstaat daarom steeds meer interesse in de toepassing van gedragsinzichten. We willen immers graag dat er na 4 jaar écht iets verandert. In deze rubriek geven we antwoord op de belangrijkste vragen die over gedrag ontstaan. Dit keer staat de volgende vraag centraal: hoe ontstaat weerstand?

Om deze vraag te beantwoorden is het belangrijk om te weten hoe onze hersenen informatie verwerken. Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat 95% van ons gedrag onbewust is. Slechts 5% van ons gedrag sturen we dus bewust aan! Toch is het fijn dat het zo werkt, want we nemen zo’n honderdduizend beslissingen op een dag. Stel je voor dat je continu bewust nadenkt bij het snoozen van je wekker, douchen, koffiezetten, ontbijten, fietsen, naar je werkplek lopen – dan ben je al moe voordat je je mailbox opent!

3 soorten breinen

Mensen hebben 3 verschillende breinen:

  1. Reptielenbrein – Dit is het oudste brein en bestaat voornamelijk uit de hersenstam. Dit brein helpt ons overleven met instincten en reflexen en is bijvoorbeeld verantwoordelijk voor de fight-, flight- of freezemodus. Deze reacties zie je ook terug bij dieren. Het reptielenbrein wil zo min mogelijk energie verspillen, is 24/7 paraat en let vooral op gevaar, gericht op overleven. Vanuit dit brein wordt bijvoorbeeld je ademhaling aangestuurd.
  2. Zoogdierenbrein (limbisch brein) – Dit is de laag die om het reptielenbrein ligt. Door invloeden van buitenaf hebben we een nieuw soort hersenen ontwikkeld. Hierin worden dingen geregeld als emoties, sociaal gedrag en motivatie. Samen met het reptielenbrein nemen we hiermee de meeste beslissingen.
  3. Mensenbrein (neocortex) – In deze derde laag zit ons intellect, de taalfunctie en onze ratio. Dit ‘nieuwe’ brein bestaat nog maar een miljoen jaar. Kort door de bocht praat je met dit brein de beslissingen die je onbewust hebt genomen goed.

Predictive coding

Neurowetenschappers zijn de afgelopen jaren steeds meer te weten gekomen over hoe ons brein informatie verwerkt. Vroeger dachten ze dat informatie binnenkomt via de ogen, in onze hersenen wordt geïntegreerd en we daarna de ‘werkelijkheid’ zien.

Sinds 20-25 jaar zien we hierin een verandering. Er is dankzij uitgebreid onderzoek een relatief nieuwe theorie ontstaan die dit omdraait: predictive coding. Deze theorie gaat ervan uit dat wij (onbewust) al een idee hebben van wat we zien en dat naar buiten projecteren. We voorspellen min of meer hoe de omgeving eruitziet en pas als dit enorm afwijkt valt het ons op. Eén van de eerste onderzoeken waarin te zien is hoe dit in de praktijk werk heet ‘The Door Study’ en is uitgevoerd door Daniel Simons & Daniel Levin (1998).

Weerstand is géén bewuste keuze

Weerstand ontstaat dus grotendeels onbewust en is een logische reflex of emotie op iets wat we niet voorspeld hebben, iets wat ‘afwijkt’ van onze verwachting. We reageren negatief omdat het brein pijn wil vermijden, vaste patronen in stand wil houden en plezierige gevoelens wil ervaren. Weerstand is dus eigenlijk een soort beschermingsmechanisme en vooral géén bewuste keuze!

Dat betekent niet dat je voor een voldongen feit staat: in een eerdere aflevering van Vraag & Verander kun je lezen hoe je weerstand kunt ombuigen of zelfs voorkomen.